Burgerziekenhuisterrein

Herontwikkeling van het terrein van het voormalige Burgerziekenhuis

Het Burgerziekenhuis bestond uit een verzameling van permanente en tijdelijke, oude en nieuwe, mooie en lelijke paviljoenachtige gebouwen rond een binnentuin. Na het vertrek van. het ziekenhuis is door Mecanoo een stedenbouwkundig ontwerp gemaakt waarin een aantal karakteristieke gebouwen zijn gehandhaafd en een aantal andere zijn gesloopt. Voortbouwend op de bestaande stedenbouwkundige structuur van het ziekenhuisterrein is de stedenbouwkundige opzet gebaseerd op vrijstaande gebouwen in een parkachtige omgeving. Aan de kant van de spoorlijn is een langgerekt strookgebouw geplaatst dat het terrein aan die zijde afsluit. Half in het park, half aan de straat zijn aan weerszijde van het voormalig chirurgiegebouw twee urban villas toegevoegd. Het volume van de urban villas aan de straatzijde is hoekig, gemetseld en symmetrisch gespiegeld ten opzichte van het chirurgiegebouw en vormt zo een drie-eenheid aan de Oetewalerstraat. Het volume aan de tuinzijde gedraagt zich vrijer; een gestucte, gevouwen achtergevel, niet gespiegeld maar juist nadrukkelijk verschillend per blok. De blokjes zijn opgebouwd uit vier woningen per verdieping met daarboven op de vierde verdieping twee ruime penthouses. Alle woningen hebben uitzicht op de landschapstuin: de woningen aan de tuinzijde zijn er met zowel woon- als slaapkamers aan gesitueerd, de woningen aan de straatzijde hebben, dankzij de scheefgezette zijgevels van het achterliggende blok, ook uitzicht op het binnenterrein. Schuifdeuren tussen woonkamer en keuken en tussen woonkamer en slaapkamer vergroten de gebruiksmogelijkheden van de plattegronden. Het strookgebouw vormt de stedenbouwkundige begrenzing van het Burgerziekenhuisterrein. Het middendeel bestaat uit vier series van portieken, met op de hoger gelegen verdiepingen galerijwoningen bestemd voor ouderen. De woningen hebben uitzicht op de binnentuin.De kop en de staart van het gebouw vormen de verankering aan de Domselaerstraat en de Oetewalerstraat, en zijn daarom meer expliciet vormgegeven. De kop steekt iets over in de straat als markering van de entree van het parkachtige binnengebied. De staart wordt gevormd door een opgetild blokje met op het zuiden georienteerde woningen; het neemt de hoekverdraaiing van de situatie over. Onder de staart, op souterrainniveau, bevindt zich de entree naar de parkeergarage.Het dak van het staartblokje vormt het dakterras voor de twee groepswoningen voor ouderen De bergingen liggen achter de trapopgang in de middenbeuk en de slaapkamers van de maisonettes zijn voor de parkeergarage gesitueerd. Hierdoor is deze geheel aan het zicht onttrokken en zijn er geen blinde gevelgedeeltes aan de tuin, maar een goed controleerbare openbare ruimte. Het gebouw heeft een gecompliceerde differentiatie van woningtypes. De onderste drie verdiepingen worden via een portiek ontsloten, waarbij men midden in de woning binnenkomt. De bovenste verdiepingen maken gebruik van de lift in het centrale trappenhuis en worden vanaf een galerij ontsloten, waarbij men de woning binnenkomt via een glazen halletje.In de woningen kunnen met behulp van schuifdeuren de verschillende ruimtes worden samengevoegd of van elkaar gescheiden, waardoor ruimte wordt geboden aan verschillende wijzen van wonen. Voor de liftschacht is een kunsttoepassing gemaakt. De kunstenaar heeft de liftschachtwand opgevat als een draaiorgelboek. Bij een draaiorgel loopt het geperforeerde kartonnen boek door het orgel, hier loopt het orgel (liftkooi en contragewicht), langs het boek (de schachtwand). Zo wordt een verbinding gelegd tussen muziek en architectuur door middel van een beweging die wordt omgezet in licht en geluid.